begrippen:

· Oppervlakte van een driehoek: De helft van de rechthoek die er precies omheen past.

· Hoogte: Hoe hoog een figuur is, even lang als de breedte van een rechthoek.

· Loodrecht: Helemaal recht.

· Stomphoekige driehoek: Een driehoek waarvan minimaal 1 hoek groter is dn 90°.

· Inlijsten: Een rechthoek maken om het figuur heen waarmee je vervolgens de oppervlakte van het figuur kan uitrekenen.

· Meten: berekenen hoe lang, hoe hoog of hoe breed iets is.

· Pi: Het getal: 3,141592653589… ook wel bekend als “π” gebruik je om sommen te berekenen.

· Omtrek van een cirkel: π x diameter.

· Oppervlakte van een cirkel: π x straal 2.

· Oppervlakte van een ruimtefiguur: Oppervlakte van alle grensvlakken samen.